Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte
2010 nr. 6
Redactie
Hoofdredactie mr. K.M. Verdurmen
|
Redactiemr. N. Amiel mr. V.G.F. Boumans mr. B.N. Cammelbeeck mr. A. de Fouw prof. mr. A.W. Jongbloed mr. S. van der Kamp mr. K. Keij mr. I.C.K. Mol mr. J.R.M. Nelen mr. M. van Schie mr. M. Sloot
|
Vaste medewerkers mr. J. le Clercq mr. K.J.M. Corten mr. M. Davelaar mr. I. E. Hofhuis mr. L. Kruitwagen mr. C. Otte mr. A.A.L. Oving I. Reimert mr. M. Schröer B. Ziermans MSc. MRICS
|
Redactiesecretaris(sen) mr. A. de Fouw
|
Artikel
A. van der Hilst en N. Eeken*
Het Nederlandse wettelijke systeem voor huurrecht bevat vele regels van (semi-)dwingend recht. Partijen kunnen hier in beginsel niet (ten nadele van de huurder) van afwijken. In veel gevallen is de verhuurder ook de eigenaar van de betreffende ruimte. Dit betekent dat het Nederlandse huurrecht de rechten van de eigenaar, om te beschikken over zijn eigendom zoals hem dat goeddunkt, beperkt. In Nederland kende men tot de inwerkingtreding in 1954 van het Eerste Protocol (hierna: EP) bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden (hierna: EVRM)... abonneren of dit artikel kopen.
mr. H.J. Moné*
Een huurovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen: door tijdsverloop, door ontbinding, door vernietiging, door opzegging of met wederzijds goedvinden. Bij die laatste vorm kan sprake zijn van tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst, maar het is bijvoorbeeld ook mogelijk dat een partij de huurovereenkomst opzegt tegen het einde van een lopende huurperiode en partijen vervolgens besluiten de gevolgen van die opzegging in een beëindigingsovereenkomst vast te leggen. Dat zal in het bijzonder het geval kunnen zijn bij opzegging van 290-bedrijfsruimte door de ve... abonneren of dit artikel kopen.
mr. S.H.W. Le Large*
In TvHB nummer 2 van maart/april 2007, ruim drieënhalf jaar geleden, verscheen het artikel van mr. H.J. Moné1; ‘Brandpreventie: wie betaalt?’2 Omdat sindsdien belangrijke bestuursrechtelijke wijzigingen zijn opgetreden en een aantal uitspraken is verschenen op dit gebied was de tijd rijp voor een nieuw artikel. In dit artikel zal daarnaast het onderscheid tussen de begrippen omschrijving van het gehuurde versus de bestemming in een huurovereenkomst worden behandeld. Deze begrippen kunnen een belangrijke rol spelen bij de vraag wie er aansprakelijk is voor de kosten voor het... abonneren of dit artikel kopen.
Jurisprudentie
Prof. mr. A.W. Jongbloed2 Samenvatting Is surseance van betaling aan een huurder verleend dan kan, nadat een eerder verstrekte bankgarantie is uitgewonnen, niet wederom aanspraak worden gemaakt op het stellen van een bankgarantie. Zou een nieuwe bankgarantie worden gesteld dan zou die kunnen worden uitgewonnen en de verhuurder betaling krijgen, terwijl in de surseance alle vorderingen naar rato van de hoogte moeten worden voldaan. Bovendien vormt de huurachterstand na de datum van de surseance een boedelschuld die in beginsel integraal moet worden voldaan. In dit geval is duidelijk dat de huurovere... abonneren of dit artikel kopen.
B.N. Cammelbeeck13 Samenvatting Verhuurder is overgegaan tot renovatie zonder daartoe een voorstel te hebben gedaan als bedoeld in art. 7:220 lid 2 BW. Huurders zijn niet verplicht om verhuurder de gelegenheid te geven renovatiewerkzaamheden aan het gehuurde uit te voeren. Art. 7:220 lid 2 BW kan ook toepassing vinden als de werkzaamheden niet noodzakelijk zijn. abonneren of dit artikel kopen.
J.M. Winter-Bossink24 Samenvatting In het licht van het uitgangspunt van het hof, dat de aanwezigheid in een pand van niet-hechtgebonden asbest van de hier aangetroffen soort (bruin asbest) een onaanvaardbaar risico oplevert, is zonder nadere motivering niet begrijpelijk dat het hof geoordeeld heeft dat in dit geval de aanwezigheid van dit asbest in het plafond geen gebrek is, doch dat pas sprake is van een gebrek wanneer het asbest door enigerlei oorzaak vrijkomt. Het hof is bovendien ongemotiveerd voorbijgegaan aan het betoog van huurster dat het genot waarop zij aanspraak kon ... abonneren of dit artikel kopen.
F.C. Borst26 Samenvatting Wachttijd van drie jaar in geval van rechtsopvolging geldt alleen bij huuropzegging op grond van dringend eigen gebruik tegen het einde van de eerste huurperiode van (ten minste) vijf jaar. abonneren of dit artikel kopen.
Overig
Marry de Gaay Fortman
Mrs. Eeken en Van der Hilst bespreken in het eerste artikel van dit tijdschrift wat de gevolgen van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM kunnen zijn voor het huurrecht. In dit artikel is het recht op bescherming en het recht op ongestoord genot van het eigendom opgenomen. De meeste huurrechtelijke discussies over artikel 1 van dit Eerste Protocol gaan over de mogelijke invloed daarvan op het huurprijsbeschermingsstelsel voor woonruimte. Zij gaan in dit artikel echter in op de mogelijke invloed van artikel 1 van het Eerste Protocol op de verhuur van bedrijfsruimte. Mr. Moné zet ... abonneren of dit artikel kopen.
mw. mr. P.K. Oosterling – van der Maarel*
Jurisprudentieoverzicht betreffende voor de verhuur van bedrijfsruimte relevante uitspraken gepubliceerd – of aan de redactie ter hand gesteld – in de periode 22 augustus 2010 t/m 2 november 2010.
abonneren of dit artikel kopen.
mw. mr. M. Sloot*
Wet- en Regelgeving
abonneren of dit artikel kopen.
Vorige edities
2024
2023
Eerdere edities kunt u doorzoeken in het archief.
RSS