Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte

2014 nr. 2

Redactie

Hoofdredactie

mr. K.M. Verdurmen

Redactie

mr. N. Amiel
mr. V.G.F. Boumans
mr. B.N. Cammelbeeck
mr. A. de Fouw
prof. mr. A.W. Jongbloed
mr. S. van der Kamp
mr. K. Keij
mr. I.C.K. Mol
mr. J.R.M. Nelen
mr. M. van Schie
M. Sloot

Vaste medewerkers

mr. J. le Clercq
mr. K.J.M. Corten
mr. M. Davelaar
mr. I. E. Hofhuis
mr. L. Kruitwagen
mr. C. Otte
mr. A.A.L. Oving
I. Reimert
mr. M. Schröer
B. Ziermans MSc. MRICS

Redactiesecretaris(sen)

mr. A. de Fouw

 

Inleiding

VoorwoordM.T.H. de Gaay Fortman

M.T.H. de Gaay Fortman

Mr. J.A. Kinderman heeft onlangs zijn proefschrift ‘Huur van bedrijfsruimten’ verdedigd. Op basis van dit proefschrift heeft hij in dit nummer van het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte een artikel geschreven over de achterhaalde definitie van bedrijfsruimte in de wet. De geschiedenis van de huurregelgeving voor 290-bedrijfsruimte wordt toegelicht en op basis van deze geschiedenis wordt de bedoeling van de wetgever uiteengezet. Vervolgens worden de relevante maatschappelijke ontwikkelingen beschreven, die zich sinds de invoering van de regeling in 1971 hebben voorgedaa... ...lees meer

Artikel

De achterhaalde definitie van bedrijfsruimtemr. J.A. Kinderman

mr. J.A. Kinderman

Met de invoering van een aparte wettelijke regeling voor de huur van bedrijfsruimten heeft de wetgever in 1971 de kleine detaillist willen beschermen tegen de machtige verhuurder. Deze doelstelling komt duidelijk terug in de diverse onderdelen waaruit afdeling 7.4.6 BW thans bestaat. Zo dient de huurder voldoende tijd te krijgen om de door hem gedane investeringen terug te verdienen (termijnbescherming), dient hij in achteruitgaande buurten de huurprijs te kunnen verlagen (nadere huurprijsvaststelling), mag de verzilvering van het door hem in zijn bedrijf opgebouwde ... abonneren of dit artikel kopen.

VvE, appartementseigenaar/verhuurder en huurder: een gecompliceerde driehoek...

mr. drs. D.H. de Witte

In de eerste jaargang van het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte (2004) vroeg Stephan Verhoeven[1] aandacht voor de lastige rechtspositie van de eigenaar van het appartementsrecht, die zijn privé-ruimte heeft verhuurd (de appartementseigenaar/verhuurder). Deze lastige rechtspositie vloeit voort uit de gebondenheid van de appartementseigenaar/verhuurder jegens de huurder aan de huurovereenkomst en het huurrecht en zijn gebondenheid jegens de Vereniging van Eigenaars (hierna: de VvE) aan de splitsingsakte/het modelreglement, het huishoudelijk reglement, de beslu... abonneren of dit artikel kopen.

De schadevergoedingsproblematiek bij ontbinding van een huurovereenkomst

mr. K.C. Haanstra en mr. A. Scholten

Ingeval van een ontbinding door de verhuurder van een overeenkomst wegens een toerekenbare tekortkoming van de huurder, is de verhuurder gerechtigd tot schadevergoeding. Maar welk bedrag komt voor vergoeding in aanmerking? De volledige (huur)inkomsten tot het einde van de termijn van bepaalde duur (het gehele positieve contractsbelang) of slechts de te verwachten gemiste (huur)inkomsten totdat het gehuurde weer aan een derde is verhuurd? In de praktijk gaan rechters hier op verschillende manieren mee om.In dit artikel verdedigen wij dat in beginsel het gehele pos... abonneren of dit artikel kopen.

Aansprakelijkheid van de verhuurder voor gevolgschade van asbest: de jurispru...

mr. S. van der Kamp

In ‘KPN/Tamminga[1]’ heeft de Hoge Raad geoordeeld dat reeds de enkele aanwezigheid van niet- hechtgebonden asbest in een gehuurde bedrijfsruimte een gebrek kan opleveren, ook als het nog niet is vrijgekomen. Asbest levert pas een gevaar voor de gezondheid op als het vrijkomt (dat wil zeggen dat er deeltjes in de lucht voorkomen) doordat het bijvoorbeeld wordt beschadigd of bewogen. De Hoge Raad achtte de vaststelling van het Hof dat zolang asbest niet is vrijgekomen er geen sprake is van een gebrek onbegrijpelijk. Ook oordeelde de Hoge Raad dat het Hof ten onrechte vo... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

Jurisprudentiebespreking (TvHB 2014/5,6,7,8)

mr. N. Eeken en prof. mr. A.W. Jongbloed

5. Rechtbank Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam 20 december 2013 ECLI:NL:RBAMS:2013:9040 Eisers / Amsterdam Horeca Holding B.V. Samenvatting Ontbinding, bankgarantie, boetebeding In de huurovereenkomst tussen eisers als verhuurders en Amsterdam Horeca Holding B.V. (hierna AHH) als huurder was vastgesteld dat nog geen bankgarantie of waarborgsom was gesteld. Daarbij was bepaald dat het stellen van een bankgarantie of waarborgs... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentieoverzicht

mr. T.W. de Waard

Jurisprudentieoverzicht betreffende voor de verhuur van bedrijfsruimte relevante uitspraken gepubliceerd – of aan de redactie ter hand gesteld – in de periode 1 december 2013 tot en met 31 januari 2014.Europees Hof voor de Rechten van de MensEuropees Hof voor de Rechten van de Mens 2 juli 2013, nr. 27126/11 (huurprijs, huurprijswetgeving, fair balance, art. 1 EP)Drie verhuurders klagen dat het wettelijke systeem van huur(prijs)bescherming in Nederland in strijd is met art. 1 EP EVRM. De verhuurders stellen primair dat Ned... abonneren of dit artikel kopen.

Actualia

Actualiteiten

mw. mr. M. van Schoonhoven-Sloot

Wet- en RegelgevingTweede KamerKamerstukken II 2011/12, 33 018: Wijziging Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verbetering huurbescherming huurders bedrijfsruimte: Geleidende brief (nr. 1), voorstel van wet (nr. 2), memorie van toelichting (nr. 3), advies van de Raad van State en reactie van indieners (nr. 4), nota van wijziging (nr. 5), verslag (nader, tweede nader etc.) (nr. 6).PublicatiesH.F. Ferment, ‘Exploitatieplicht’, Journaal Huur & Verhuur januari 2014, nr.... abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS