Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte

2018 nr. 3

Redactie

Hoofdredactie

mr. K.M. Verdurmen

Redactie

mr. N. Amiel
mr. B.N. Cammelbeeck
mr. A. de Fouw
prof. mr. A.W. Jongbloed
mr. S. van der Kamp
mr. K. Keij
mr. I.C.K. Mol
mr. J.R.M. Nelen
mr. M. van Schie
M. Sloot

Vaste medewerkers

mr. V.G.F. Boumans
mr. J. le Clercq
mr. K.J.M. Corten
mr. M. Davelaar
mr. I. Hofhuis
mr. L. Kruitwagen
mr. C. Otte
mr. A.A.L. Oving
mr. M. Schröer
B. Ziermans MSc. MRICS

Redactiesecretaris(sen)

mr. A. de Fouw

 

Inleiding

Voorwoord

Nathalie Amiel

In eerdere nummers van dit tijdschrift heb ik al aangekondigd dat de redactie van het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte, samen met uitgeverij Den Hollander, op 11 oktober 2018 het congres 'Huurrecht Actualiteiten, van Privacy tot Blockchain' organiseert. Actueler kan het moeilijk zijn, want de kranten staan dagelijks vol met berichten over de nieuwe privacywetgeving (gebaseerd op de AVG, die vanaf 25 mei 2018 veel verplichtingen op het gebied van privacy in het leven roept, ook voor verhuurders). Dit met prikkelende koppen als 'Bedrijfsleven heeft nog ... ...lees meer

Artikel

Grenzen aan branchering

mr. M. Wösten1

De retailmarkt is volop in ontwikkeling. De invloed van internet, disruptieve concepten[2] en branchevervaging is groot. Dit maakt dat ook het belang van een goede branchering steeds groter wordt. Gemeentes en verhuurders wensen zoveel mogelijk vrijheid te hebben bij het vaststellen van hun brancheringsbeleid en huurders zoeken vaak de grenzen daarvan op. Dit spanningsveld heeft recentelijk geleid tot interessante uitspraken op zowel het gebied van het bestuursrecht als het huurrecht. Deze recente jurisprudentie zal in dit artikel worden behandeld. Tevens zal worden ingegaan op andere, m... abonneren of dit artikel kopen.

Vaststelling van causaal verband in een huurrechtelijke context: het ‘condici...

mr. Y.A. Mijhad1

In de huurrechtelijke praktijk wordt door huurders en verhuurders om allerlei uiteenlopende redenen onderhandeld en geprocedeerd over vorderingen tot vergoeding van schade. Voor de hand liggende voorbeelden zijn vorderingen tegen de verhuurder ten gevolge van gebreken in het gehuurde en vorderingen tegen de huurder ten gevolge van gederfde huurinkomsten bij vroegtijdige beëindiging van de huurovereenkomst. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan de vordering tot schadevergoeding worden gebaseerd op een algemene wettelijke grondslag (bijvoorbeeld wanpresta... abonneren of dit artikel kopen.

Uitvoerbaarheid bij voorraadverklaring van een huurbeëindigingsuitspraak - Ov...

mr. A. Bergers-Kemp1

Als de verhuurder van een verouderd winkelcentrum plannen heeft om dat winkelcentrum ingrijpend te renoveren en te herindelen, zal over het algemeen vrij eenvoudig aannemelijk kunnen worden gemaakt dat sprake is van de huurbeëindigingsgrond ‘dringend eigen gebruik’ (art. 7:296 lid 1 sub b BW). Maar ook als duidelijk is dat een huurbeëindigingsprocedure in het voordeel van de verhuurder moet uitvallen, is het advies aan de verhuurder om die procedure ruim op tijd te starten. De huurder kan immers door enkel verweer te voeren de huurbeëindiging – en daarmee de renovatie – flink vertragen. ... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

Hoge Raad , 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:209 Beroep in cassatie van H...

B.N. Cammelbeeck

Met noot van B.N. CammelbeeckConclusie A-G M.H. Wissink 1 december 2017 ECLI:NL:PHR:2017:1333 (gevolgd) NJ 2018/101SamenvattingBeëindiging, opzegging, dringend eigen gebruik, verhuis- en inrichtingsvergoeding, goodwill In dit arrest spreekt de Hoge Raad zich uit over de vraag of de tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten van art. 7:297 lid 1 BW ook betrekking heeft op eventuele goodwill die de huurder zou moeten betalen bij verkrijging van een nieuwe bedrijfslo... abonneren of dit artikel kopen.

Hof Arnhem-Leeuwarden, 19 december 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:11497 De Maatsc...

A. Wijnans

Met noot A. WijnansSamenvattingOverdracht, koop breekt geen huur (art. 7:226 BW), overgang buitencontractuele vorderingen (onrechtmatige daad) op opvolgend verhuurderJobatrust heeft met ingang van 1 januari 2009 een winkelruimte in Nijmegen verhuurd aan Xando Nijmegen. Op 10 september 2009 heeft Jobatrust de eigendom van het gehuurde overgedragen aan Matarko, waarna Matarko Jobatrust op voet van art. 7:226 BW heeft opgevolgd als verhuurder. In 2013 is de huurder Xando Nijmegen failliet verklaard en heeft de curator de huurovereenkomst met... abonneren of dit artikel kopen.

Rechtbank Amsterdam, sector kanton, 14 februari 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:801...

met noot M. van Schie

met noot M. van SchieSamenvattingKwalificatie, beëindiging, ontruimingsbescherming, onroerende aanhorigheid, connexiteitVerzoeker huurt van verweerder een kelderruimte voor de opslag van goederen voor het naastgelegen restaurant. Laatstgenoemd pand is eigendom van een derde. Tussen de kelderruimte en het restaurant zit geen doorgang. Verweerder zegt de huurovereenkomst voor de kelderruimte op stellende dat sprake is van 230a-ruimte. Verzoeker is echter van mening dat de gehuurde kelderruimte een onroerende aanhorigheid vormt ten opzichte van het... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentieoverzicht

mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel1

Jurisprudentieoverzicht betreffende een selectie van voor de verhuur van bedrijfsruimte relevante uitspraken gepubliceerd – of aan de redactie ter hand gesteld – in de periode 1 februari 2018 tot en met 31 maart 2018 abonneren of dit artikel kopen.

Actualia

Actualiteiten

mr. C. Otte1

PublicatiesBoekenP. Abas, Opzegging van duurovereenkomsten, Oisterwijk: Wolf legal publishers 2018.J.H. Kolenbrander, Franchise, een korte introductie, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2018.ArtikelenL.L. De Boef Mricsm, ‘Wanprestatie van de curator tijdens de boedelperiode’, HIP 2018-3, p. 26-29 (HIP 2018/67).M.Y.C.L. de Wit, ‘De energiebesparingsplicht in de huurverhouding. Plicht van de huurder of verhuurder?’, abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS