Tijdschrift voor Curatoren

2016 nr. 3

Redactie

Hoofdredactie

mr. E. A. H. ten Berge
mr. S.A.H.J. Warringa

Redactie

mr. M. H. Boersen
mr. R. Cats
mr. J. L. van den Heuvel
mr. dr. M.J. Noteboom
mr. dr. M.L.H. Reumers
mr. J. Wind

Vaste medewerkers

prof. mr. dr. J. A.A. Adriaanse
drs P.C. van Prooijen RV CPVA
drs. P. Schimmel RA CFE

Redactiesecretaris(sen)

mr. R. de Jong

 

Inleiding

Kiezen of delen? De curator tussen de schuldeisers en de (ver)huurder - Een o...

mr. N. Saidi1

De curator speelt een elementaire rol in een faillissement en heeft derhalve een zware verantwoordelijkheid. Desondanks krijgt de curator tijdens de vereffening en het beheer van de boedel[2] veelal met de nodige kritiek te maken over zijn werkwijze en de beslissingen die hij neemt. Verrassend is dit niet: in een faillissement worden nu eenmaal mensen teleurgesteld. In de eerste plaats is de gefailleerde gefrustreerd omdat zijn zaak ondanks alle goede bedoelingen, moeite en verwoede pogingen, in een faillissement is terechtgekomen.[3] De schuldeisers zijn negatief ... ...lees meer

Artikel

Opheffing na verificatie artikel 196 Fw niet toepasselijk? Onzin! - ECLI:NL:...

mr. J. Wind1

In het vorige nummer is de beschikking van het Hof Den Haag van 22 maart 2016[2] besproken in het Overzicht rechtspraak faillissementsrecht.[3] Daarin is niet aan de orde geweest hetgeen het Hof aan het slot van r.o. 2.9 in die beschikking heeft overwogen:Art. 121, lid 4, en art 196 Fw, dat overigens niet van toepassing is indien, zoals in casu, het faillissement na de verificatievergadering overeenkomstig art. 16 Fw is opgeheven, ….Het Hof heeft geen nadere motivering gegeven. Uit het volgende zal blijken dat voor de juistheid va... abonneren of dit artikel kopen.

De terugkijk met q.q.: Van Leuveren q.q./ING

mr. I.C.J.C. van de Klundert en mr. M.A.L.M. Willems1

Een bank die, met het faillissement van haar kredietnemer in zicht, na jaren van relatieve inactiviteit in de pandrelatie opeens een volmacht voor verpanding vraagt om vervolgens dagelijks tot verpanding over te gaan, doet dat natuurlijk niet voor niets, maar doet dat om haar positie in het naderende faillissement te versterken ten opzichte van de andere schuldeisers. Het verlenen van een dergelijke volmacht zonder dat daartoe een rechtsplicht bestaat, moet dan ook niet worden gezien als een wijze van uitvoering die op gelijke voet staat met het afdwingen van de ondertekening van een pan... abonneren of dit artikel kopen.

Noot bij gerechtshof ’s-Hertogenbosch 17 mei 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1933

mr. E. Loesberg

Raymond Joseph Geurts,wonende te Lanaken (België),appellant,advocaat: mr. J.M.H.J. Coolen te Sittard,tegenTheodorus Henricus Joseph Miggiels,wonende te Oeffelt, gemeente Boxmeer,geïntimeerde,advocaat: mr. L.V. Claassens te Eindhoven,(…)7. De beoordeling 7.1 Onder 2.1. tot en met 2.9. van het vonnis van 23 juli 2014 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten zij is uitgegaan. Voor zover het hof van oordeel is dat die feiten in dit appel relevant zijn hebben geen der partijen daar bezwaar tegen gemaakt, zod... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1046

prof. mr. A.W. Jongbloed

Pandrecht op eigendomsvoorbehoud. Kan de verkrijger van onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken een geldig pandrecht vestigen op zijn voorwaardelijk eigendomsrecht (art. 3:92 BW)? Voldoening restant-koopsom na faillissement van de koper. Kan het pandrecht worden uitgewonnen (art. 35 lid 2 Fw)? Staat contractueel verpandingsverbod aan vestiging pandrecht in de weg (art. 3:83 BW)? 4.2.1 Bij de beoordeling van het onderdeel wordt het volgende vooropgesteld. 4.2.2 Art. 3:92 lid 1 BW bepaalt dat, indien een overeenkomst de strekking heeft dat de een zich de eigendom van een ... abonneren of dit artikel kopen.

HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1135

prof. mr. A.W. Jongbloed

Schuldsaneringsregeling van toepassing geweest op een van de ex-echtgenoten. Werkt schone lei (art. 358 Fw) voor hypotheekschuld t.a.v. onverkochte voormalige echtelijke woning? Vgl. HR 13 maart 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG7996 , NJ 2009/203. Onderlinge draagplicht voormalige echtgenoten voor mogelijke restschuld3.3.1 Middel I voert onder meer aan dat de bank in een geval als dit de vrouw niet meer kan aanspreken voor de restantschuld die eventueel ontstaat als de woning na het einde van de schuldsaneringsregeling wordt verkocht, omdat deze restantschuld onder de schone lei valt. Volge... abonneren of dit artikel kopen.

HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1294

prof. mr. A.W. Jongbloed

Tweede faillissement. Aanvang verjaringstermijn van gedurende het eerste faillissement ontstane rentevorderingen (art. 3:308 BW). Vraag of deze vorderingen, die gedurende dat faillissement niet konden worden geverifieerd (art. 128 Fw), opeisbaar waren3.4 Het primaire prealabele verweer van de curator houdt in dat de onderhavige rentevorderingen niet opeisbaar zijn geworden voor het einde van het eerste faillissement van [verzoekster 1] , zodat de verjaring niet op een eerder tijdstip is begonnen te lopen. Dit verweer slaagt. Daartoe is het volgende redengevend.3.5.1 De onde... abonneren of dit artikel kopen.

Hof Arnhem-Leeuwarden, zp. Leeuwarden 17 maart 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:2264

prof. mr. A.W. Jongbloed

Pandhouder is niet bevoegd om het faillissement van de schuldenaar van zijn pandgever (dus de debiteur van zijn debiteur) aan te vragen. De faillissementsaanvraag wordt afgewezen, omdat de pandhouder geen schuldeiser is van de debiteur van de verpande vordering en deze bevoegdheid ook niet uit het pandrecht volgt 3.3. Uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende gebleken. Diamond Invest B.V. heeft aan De Veenbloem bedrijfsruimte verhuurd. De Veenbloem heeft een achterstand in het betalen van de huurpenningen. Diamond Invest B.V. heeft uit hoofde va... abonneren of dit artikel kopen.

Hof Arnhem-Leeuwarden, zp. Arnhem 26 april 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:3413

prof. mr. A.W. Jongbloed

Vast is komen te staan dat het de bestuurders van de vennootschap reeds bij de opdracht tot betaling aan hun moeder duidelijk was dat een faillissement van de vennootschap onafwendbaar was. Door een schuld van een naast familielid te voldoen, waarvoor afgezien van de opeisbaarheid geen grond is aangevoerd, terwijl niet is gesteld of gebleken dat de vennootschap voor haar verdere exploitatie (in bijzondere mate) van die schuldeiser afhankelijk was, terwijl vele andere schuldeisers onbetaald bleven, hebben de bestuurders van de vennootschap jegens haar c.q. haar gezamenlijke schulde... abonneren of dit artikel kopen.

Hof 's-Hertogenbosch 10 mei 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1829

prof. mr. A.W. Jongbloed

Mogelijkheid van nadere bewijslevering3.6.1. Wat betreft de ingevolge art. 42 Fw vereiste wetenschap van benadeling stelt het hof het volgende voorop. De curator treedt in deze procedure alleen op in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [schuldenaar] en niet mede in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van RFA. Derhalve is alleen relevant of er sprake is van wetenschap van benadeling van de schuldeisers van [schuldenaar] en niet of er sprake is van wetenschap van benadeling van de schuldeisers van RFA.3.6.2. Tussen partijen staat niet ter dis... abonneren of dit artikel kopen.

Hof ’s-Hertogenbosch 10 mei 2016 GHSHE:2016:1839

prof. mr. A.W. Jongbloed

Appellante (oorspronkelijk gedaagde in conventie, eiseres in reconventie) is na het nemen van de memorie van antwoord in staat van faillissement verklaard. De vordering in conventie, die strekt tot voldoening uit de boedel en op grond van art. 29 Fw van rechtswege is geschorst, haalt het hof ambtshalve door. De curator neemt de vordering in reconventie niet over. Ontslag van instantie verleend (zie HR 11 januari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD4929 ; NJ 2003/311) 3.1. Bij het bestreden vonnis heeft de rechtbank de vordering van geïntimeerde in conventie, kort gezegd strekkende tot veroord... abonneren of dit artikel kopen.

Hof Amsterdam 26 mei 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2020

prof. mr. A.W. Jongbloed

Faillissementscurator hoefde de ondernemingsraad niet om advies te vragen over besluit tot verkoop van (een belangrijk deel van) de activa van DA Retailgroep en van Retail Shared Service Centre aan Nederlandse Drogisterij Service Exploitatie B.V. Het adviesrecht van de ondernemingsraad is in beginsel onverenigbaar met de op de afwikkeling van de boedel gerichte rol van de curator in faillissement. Of, en zo ja, in welke gevallen een uitzondering op dit beginsel denkbaar is, kan in het midden blijven. Op basis van de stukken en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht, is ... abonneren of dit artikel kopen.

Hof Arnhem-Leeuwarden, zp. Leeuwarden 14 juni 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:4700

prof. mr. A.W. Jongbloed

In geval van een faillissement uitgesproken na een verstekvonnis waarbij een verifieerbare vordering is toegewezen is alleen de curator bevoegd verzet in te stellen overeenkomstig vaste rechtspraak inzake hoger beroep en cassatie 5.4 Omtrent deze oorspronkelijke vordering is beslist voordat het faillissement is uitgesproken, te weten bij verstekvonnis van 20 maart 2013. Dit heeft tot gevolg dat alleen de curator bevoegd was hiertegen het rechtsmiddel van verzet in te stellen. Voor de rechtsmiddelen appel en cassatie is dat vaste rechtspraak, zie onder meer: HR 9 september 1994, EC... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Rotterdam 29 maart 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:2735

prof. mr. A.W. Jongbloed

(Derden)verzet ingesteld door curator q.q. ongegrond. Curator als belanghebbende aan te merken vanwege persoonlijke belang. Rechtbank overweegt dat nog niet evident is dat van een lege boedel sprake is en zal blijven nu de werkzaamheden binnen de onderneming van failliet nog niet lang geleden zijn beëindigd en niet gebleken is dat een volledige, sluitende boekhouding aan curator ter beschikking is gesteldIn het arrest van de Hoge Raad van 18 december 2015, waarnaar opposant heeft verwezen, heeft de Hoge Raad overwogen dat indien een rechtspersoon op eigen aangifte is failliet verk... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Gelderland, zp. Zutphen 6 april 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:2013

prof. mr. A.W. Jongbloed

Overdracht van een aan de bank verpande tractor aan een andere schuldeiser. Is faillissementspauliana wel bedoeld voor de situatie waarin enkel de bank als separatist benadeeld zou kunnen zijn?5.4. De vraag of sprake is van benadeling van de schuldeisers als bedoeld in art. 42 Fw moet worden beantwoord door vergelijking van de hypothetische situatie waarin de schuldeisers zouden hebben verkeerd zonder de gewraakte rechtshandeling met de situatie waarin zij feitelijk verkeren als die handeling onaangetast blijft. Daarbij is voldoende dat de benadeling aanwezig is op het moment van ... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Zeeland-West-Brabant, zp. Middelburg 6 april 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:3089

prof. mr. A.W. Jongbloed

Curator stelt dat inventaris eigendom is van gefailleerden omdat de koopsom door verrekening is voldaan. Rechtbank honoreert deze stelling na behandeling van de over de verrekening gevoerde correspondentie4.2. De inventaris was eigendom van Skidome en bleef dat tot de koopprijs door [eigenaar] en later De Zeeuwse Alp, betaald zou zijn. De betaling zou volgens de curator moeten blijken uit de e-mailwisseling in het kader van opschoning van de vorderingen over en weer. Partijen zijn het er over eens dat van de koopsom € 50.000,- is betaald. Uit de debiteurenlijst van Skidome ... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Rotterdam 22 april 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:4286

prof. mr. A.W. Jongbloed

In faillissement opgekomen crediteuren zijn of worden voldaan. Hypotheekschuld vertoont geen achterstand in betalingen, zodat het ervoor wordt gehouden dat schuldenaar, behoudens de schuld aan de aanvrager van het faillissement, voldoet aan zijn betalingsverplichtingen en niet verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. Faillissement is na verzet vernietigd abonneren of dit artikel kopen.

Vzr. Oost-Brabant, zp. ’s-Hertogenbosch 29 april 2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:2821

prof. mr. A.W. Jongbloed

Faillissementspauliana; toepassing nabetalingsclausule niet geaccepteerd 4.2. In de eerste plaats hebben O&C (en Purdey) erop gewezen dat de curatoren in dit kort geding een ingrijpende beslissing vragen met gevolgen die zich niet ongedaan zullen laten maken en dat de zaak zich er niet voor leent om in kort geding te worden beslist. Daar stelt de voorzieningenrechter tegenover dat het evidente belang dat hier spoedige duidelijkheid komt de zaak bij uitstek geëigend maakt voor een kort geding. Aan de ene kant moet O&C immers weten of zij met Purdey (in een samenwerkingsverband met... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Midden-Nederland, zp. Utrecht 11 mei 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:2590

prof. mr. A.W. Jongbloed

Verzet ingesteld door curator. Faillissementsaanvraag door andere curator is geen misbruik van bevoegdheid omdat het niet zo is dat er geen enkele aanleiding bestaat te verwachten dat in het faillissement activa zullen worden gegenereerd4.1. Art. 10 lid 1 Fw geeft schuldeisers en belanghebbenden de bevoegdheid om verzet in te stellen tegen een faillietverklaring. De vraag is of de curator in deze situatie als belanghebbende kan worden aangemerkt. 4.2. Uit het arrest van de Hoge Raad van 18 december 2015 ( ECLI:NL:HR:2015:3636 ) volgt dat een curator (uit eigen hoofde) als bel... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Rotterdam 11 mei 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:3504

prof. mr. A.W. Jongbloed

Opheffing executoriaal beslag op boedelrekening curator. Proceskosten zijn geen bijzondere faillissementskosten maar algemene faillissementskosten4.2. Het gaat hier om de proceskostenvergoeding die aan gedaagde is toegekend. Deze kosten zijn een door toedoen van de curator ontstane vergoedingsverplichting. Naar voorlopig oordeel kwalificeren deze kosten als algemene faillissementskosten. Algemene faillissementskosten zijn passiefposten waartegenover geen aanwijsbaar actief staat dat de boedel vermeerdert. Algemene faillissementskosten moeten worden omgeslagen over ieder deel van d... abonneren of dit artikel kopen.

Vzr. Overijssel, zp. Almelo 13 mei 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:1993

prof. mr. A.W. Jongbloed

Beslag tegen curator op boedelrekening. Opheffing omdat curator geen partij was in de procedure tegen de thans failliet3.3. Haafkes q.q. stelt zich – kort gezegd – allereerst op het standpunt dat het gelegde beslag dient te worden opgeheven, omdat het arrest uit kracht waarvan executoriaal derdenbeslag is gelegd zich niet (mede) richt tot Haafkes q.q.. Haafkes q.q. was geen partij in de procedure die heeft geleid tot dat arrest. Partij in die (appèl)procedure waren enerzijds [gedaagde 1] c.s. en anderzijds [X]. Haafkes q.q. kan daarom niet worden aangesproken tot betaling van de v... abonneren of dit artikel kopen.

Vzr. Den Haag 13 mei 2016 ECLI:NL:RBDHA:2016:5078

prof. mr. A.W. Jongbloed

Eiser zit sinds ongeveer twee jaar in detentie, waarvan periodes in voorlopige hechtenis vanwege een strafzaak en (tijdens de schorsing van die voorlopige hechtenis) periodes in faillissementsgijzeling (art. 87 Fw). Hij vordert in kort geding de curator en de Staat (de rechter-commissaris) te bevelen om af te zien van het doen van verdere verzoeken tot faillissementsgijzeling en om hen te bevelen met bekwame spoed hun werk af te ronden. In deze vorderingen wordt hij niet-ontvankelijk verklaard, omdat er andere met voldoende waarborgen omklede procedures zijn bij de faillissementsrechter ... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Rotterdam 18 mei 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:4166

prof. mr. A.W. Jongbloed

Aansprakelijkheid voor onrechtmatige tenuitvoerlegging van een vonnis en aansprakelijkheid van de faillissementscurator q.q. èn pro sé aangenomen Curator legt ter verzekering van een vordering conservatoire beslagen ten laste van de echtgenote van een gefailleerde. De echtgenote wordt in eerste aanleg tot betaling ten gunste van de boedel veroordeeld. De echtgenote stelt hoger beroep in tegen het vonnis en verzoekt de curator de tenuitvoerlegging van het vonnis te schorsen in afwachting van de uitkomst in hoger beroep gelet op het grote restitutierisico dat bestaat, nu de failli... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Rotterdam 25 mei 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:4560

prof. mr. A.W. Jongbloed

Vordering in de hoofdzaak is van een curator van een gefailleerde Nederlandse B.V. Incidentele vordering ex art. 224 lid 1 en 2 onder c Rv tot zekerheidsstelling van proceskosten en schadevergoeding. Incident wordt afgewezen als zijnde kansloos en puur gedaan als vertraging van de procedure2.4. Uit de overgelegde stukken blijkt dat zowel de curator als de gefailleerde vennootschap in Nederland woonachtig c.q. gevestigd zijn. Van een situatie zoals bedoeld in art. 224 Rv is derhalve geen sprake, zodat er geen grond is voor de verzochte zekerheidstell... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Zeeland-West-Brabant, zp. Breda 31 mei 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:3724

prof. mr. A.W. Jongbloed

Verzet tegen faillietverklaring. Vermelding naam verzoekster in petitum faillissementsverzoek berust op kennelijke vergissing. Betaling vordering verzoekster na faillietverklaring, maar voor behandeling verzet3.5. Het verzetschrift is op 20 mei 2016 ontvangen ter griffie van deze rechtbank, zodat het verzet overeenkomstig art. 8 lid 2 Faillissementswet tijdig is ingesteld.3.6. Wat de door opposante aangevoerde grond 1 betreft, kan weliswaar aan opposante worden toegegeven dat in het petitum van het faillissementsverzoek wordt gevraagd Uitgeversmaatschappij Em. De Jong B.V. ... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Noord-Holland, zp. Haarlem 1 juni 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:4486

prof. mr. A.W. Jongbloed

Curator heeft rechtshandeling vestiging hypotheekrecht terecht vernietigd op grond van art. 42 Fw. Wetenschap van benadeling schuldeisers4.3. De in deze zaak aan de orde zijnde vestiging van een recht van hypotheek is een meerzijdige rechtshandeling waarbij uitvoering wordt gegeven aan een daartoe strekkende tussen de schuldeiser ([eiser/verweerder]) en de schuldenaar ([A.]) gesloten overeenkomst. [eiser/verweerder] heeft onbestreden gesteld dat hij slechts op voorwaarde dat hem zekerheid werd gesteld niet tot inning van zijn vordering over zou gaan en zijn werkzaamheden zou voort... abonneren of dit artikel kopen.

Ktr. Midden-Nederland, zp. Almere 1 juni 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:3159

prof. mr. A.W. Jongbloed

Vernietiging van een rechtshandeling ex art. 42 of 47 Fw. Onderscheid tussen onverplichte rechtshandeling (art. 42 Fw) en verplichte rechtshandeling (art. 47 Fw)4.2. In principe is de schuldenaar tot aan het moment van faillietverklaring volledig bevoegd om over zijn vermogen te beschikken. Art. 42 Fw bepaalt echter dat de curator door de schuldenaar onverplicht verrichte rechtshandelingen (buitengerechtelijk) kan vernietigen waardoor de schuldeisers zijn benadeeld wanneer de schuldenaar wetenschap van deze benadeling had en deze wetenschap ook bestond bij de wederpartij (bij meer... abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS