mr. J.-C. Meignen en mr. B.M. van Beek
In deze bijdrage willen we proberen inzichtelijk te maken
wat onder de MiFID1 de verdeling is van de toepasselijkheid
van regelgeving en toezicht als een instelling in meerdere
landen opereert. Vervolgens zullen we beschrijven hoe de
voornoemde verdeling terecht is gekomen in de Nederlandse
wetgeving. abonneren of dit artikel kopen.
mr. G.A.M. Verwilst
Met de implementatie van de Markets in Financial Instruments
Directive (‘MiFID’) in de Wet op het financieel
toezicht (‘Wft’) zijn de regels ter bescherming van de belegger
nog verder aangescherpt. Een nieuw en ook controversieel
onderwerp waar de MiFID strikte regels voor geeft zijn
‘inducements’; in de Wft aangeduid als provisie. ‘Inducements’
staat voor aansporing, stimulans of prikkel. Provisie
verstrekt aan of door een beleggingsonderneming kan ervoor
zorgen dat de beleggingsonderneming zich niet op een
eerlijke, billijke en professionele wijze inzet voor haar cliën... abonneren of dit artikel kopen.
prof. mr. R.E. van Esch
In deel 11 van deze reeks ben ik ingegaan op de eerste
bepaling van de Beleidsregel Internet van de AFM 2 In dit
deel behandel ik de tweede bepaling van deze beleidsregel.
Deze bepaling luidt als volgt:
‘Het verschaffen van informatie aan beleggers via het Internet.
Aan de wettelijke verplichtingen van beleggingsondernemingen
aangaande de aan beleggers te verstrekken informatie,
kan niet worden voldaan door middel van het uitsluitend
via het Internet verstrekken of verkrijgbaar stellen van
die informatie; deze moet overeenkomstig de regels in de
Wft ook in schriftelijke... abonneren of dit artikel kopen.
mr. A.P.H. Klein en mr. C.W.M. Lieverse
Op 1 november 2007 is de Wet implementatie richtlijn
markten voor financiële instrumenten in werking getreden
Deze wet strekte tot wijziging van de Wet op het financieel
toezicht (Wft) ter implementatie van de richtlijn markten
voor financiële instrumenten1 (MiFID), de uitvoeringsrichtlijn
MiFID2 en de uitvoeringsverordening MiFID3 (tezamen:
de uitvoeringsmaatregelen). De MiFID en bijbehorende
uitvoeringsmaatregelen hebben tot doel een meer
efficiënte en geïntegreerde Europese markt voor beleggingsdiensten
en -activiteiten dichterbij te brengen waarop belangen
van bele... abonneren of dit artikel kopen.
mr. K.W.H. Broekhuizen en mr. L.J. Silverentand
Met ‘best execution’ wordt in het kader van beleggingsdienstverlening
de verplichting van de beleggingsonderneming
aangeduid om bij de uitvoering van een order voor de
aan- of verkoop van financiële instrumenten het meest
gunstige resultaat voor de cliënt te behalen. Als gevolg van
de implementatie van de Markets in Financial Instruments
Directive (‘MiFID’)1 in de Wet op het financieel toezicht
(‘Wft’) zijn de regels met betrekking tot best execution in
belangrijke mate gewijzigd. In deze bijdrage bespreken wij
de inhoud en de reikwijdte van die regels.2 Voordat wij dat
... abonneren of dit artikel kopen.
mr. C.A. Rooke
Op 1 november 2007 is de gewijzigde Wet op het financieel
toezicht (‘Wft’) in werking getreden Dit was noodzakelijk
in verband met de implementatie van de Markets in Financial
Instruments Directive1, verder aangeduid als ‘MiFID’.
In deze bijdrage zal ik ingaan op de specifieke eisen welke de
MiFID oplegt aan bewaarders van financiële instrumenten2.
Hierbij zal ik met name aandacht schenken aan de bewaring
van financiële instrumenten. De bewaarders van financiële
instrumenten zal ik aanduiden als custodians. Op het eerste
gezicht is er niet veel nieuws onder de zon. In Mi... abonneren of dit artikel kopen.
Sarah ParkhouseTo provide an idea of the implementation of the Markets
in Financial Instruments Directive (MiFID) in another
jurisdiction, the editors have asked Sarah Parkhouse, a
solicitor at a major City based law firm, to respond to
some questions in relation to various aspects of MiFID,
including best execution, transaction reporting, inducements
and supervision of branches from a UK perspective.
1. Best execution and order execution
- MiFID requires investment firms to provide best execution
when executing orders. How has the best execution requirement
affected the dealer markets in your c... abonneren of dit artikel kopen.
mr. Z.D. Laclé en mr. T.G.A. AlferinkIn deze rubriek worden ontwikkelingen op het terrein
van het effectenrecht en ander financieel recht
gesignaleerd die betrekking hebben op de periode
december 2007 tot en met medio januari 2008. abonneren of dit artikel kopen.
mr. P. KerckhaertWie denkt dat de ambtenaren van het ministerie van
Financiën na 1 november 2007 voorlopig af waren van de
MiFID, vergist zich Ook nu nog wordt naar aanleiding van
de MiFID gewerkt aan een complexe materie, het Nationaal
Regime MiFID (het ‘Nationaal Regime’). Op 19 december
2007 heeft de Minister van Financiën de Tweede Kamer
uitvoerig geïnformeerd over de stand van zaken van dat
regime.1 In deze rubriek worden de hoofdlijnen van het
Nationaal Regime geschetst, voor zover thans bekend. abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M. HosemannKlagers hadden met verweerder een adviesrelatie, in het
kader waarvan zij hadden geïnvesteerd in enig door verweerder
aangeboden beleggingsproduct, ten aanzien waarvan
klagers meenden dat verweerder onvoldoende voorlichting
over de voorwaarden had verstrekt. Deze klacht werd verworpen.
De Commissie overwoog dat klagers brochures
hadden ontvangen, de website van verweerder hadden geraadpleegd
en telefonisch bij verweerder hadden nagevraagd
of hetgeen in de brochures en op de website stond, correct
was. Mede op grond hiervan hebben klagers tot de onderhavige
beleggingen besloten. De... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M. HosemannKlager had via zijn vennootschap sinds juni 2000 met
verweerder een beheerrelatie. Bij aanvang van de relatie was
klager 68 jaar, zijn vermogen had een pensioendoelstelling
en het pensioen was reeds ingegaan. Naar de mening van
klager had verweerder met deze doelstelling onvoldoende
rekening gehouden en te offensief belegd. De Commissie
nam als uitgangspunt dat de vennootschap te allen tijde aan
haar pensioenverplichtingen moet kunnen voldoen en dat
het in het algemeen aanvaardbaar is dat vermogens met
pensioendoelstellingen worden belegd in een mix van zakelijke
en vastrentende w... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M. HosemannKlager, medisch specialist en in de ogen van de Commissie
een ervaren belegger, belegde bij verweerder op basis van een
adviesrelatie met het oog op zijn pensioenvoorziening. Gelet
op die doelstelling was bij aanvang van de relatie met
verweerder overeengekomen het risico in de portefeuille
terug te brengen, met name door afbouw van de optieposities.
Volgens klager was verweerder zijn afspraken niet
nagekomen, door geen vermogensbeheer te hebben gevoerd
en door nieuwe risicovolle optietransacties te hebben toegestaan
in weerwil van de penisoendoelstelling. Het eerste deel
van de k... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M. HosemannKlager had aandelen Via Networks. Op 17 november 2006
heeft Euronext in de Officiële Prijscourant aangekondigd
dat de aandelen Via Networks per 18 december 2006 uit de
notering zouden worden genomen en dat 15 december 2006
de laatste handelsdag zou zijn. Klager kwam er op 7
december 2006 achter dat hij via het internetsysteem van
verweerder niet in die aandelen kon handelen. Gerustgesteld
door een mededeling van verweerder een dag later dat Via
Networks niet van de beurs zou worden gehaald en dat er
slechts sprake was van een storing in het systeem, gaf klager
die dag opdracht aan... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M. HosemannSinds april 2002 bestond tussen klager en verweerder een
beheerrelatie. Klager had toen reeds in het kader van een
beheerrelatie met een andere instelling een geheel uit aandelen
bestaande portefeuille, waarvan het aandeel Y een fors deel
uitmaakte. In 2003 daalde de waarde van de portefeuille met
80%. Volgens klager had verweerder te risicovol belegd en
onvoldoende had gezorgd voor spreiding door alleen in
aandelen te beleggen. De Commissie constateerde dat klager
bij het aangaan van de relatie de beheerovereenkomst en de
daarbij behorende bijlagen wel had ondertekend, maar niet
... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M. HosemannMullenders had in 2000, na bemiddeling door Spaar Select,
met Dexia een depotovereenkomst en een effectenleaseovereenkomst
gesloten. De effectenleaseovereenkomst was niet
door de echtgenote van Mullenders ondertekend. In eerste
aanleg had de rechtbank geoordeeld dat Dexia haar zorglicht
had geschonden en daardoor onrechtmatig had gehandeld.
Dexia werd veroordeeld tot vergoeding van 75% van de
restschuld. Tegen deze uitspraak had Mullenders hoger
beroep ingesteld. Mullenders meende dat de WCK op de
effectenleaseovereenkomsten van toepassing was. Ten tijde
van het afsluiten van de o... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M. HosemannFx.nl onderhield de website www.fx.nl waarop ongeveer 130
aanbieders van financiële producten waren vermeld. Van
deze producten werd op deze website nieuws, actualiteiten
en achtergronden vermeld. Per product kon via de website
een overzicht worden gemaakt van alle aanbieders en kon
worden doorgelinkt naar de website van die aanbieders.
Fx.nl ontving inkomsten voor het verkopen van advertentieruimte
op haar website en via een vergoeding die zij
doorberekende aan de aanbieder of een collectief van aanbieders
waaraan zij nadere informatie van een geïnteresseerde
consument afleverde.... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M. HosemannFinacon, houder van 49% van de aandelen in vermogensbeheerder
LHV, had met ING een aantal beleggingspools
opgestart. ING had Finacon aanvankelijk bericht dat de
beleggingspools door LHV beheerd konden worden, maar
korte tijd daarna gaf ING te kennen dat voor de beleggingspools
toestemming zou moeten worden gevraagd aan DNB,
aangezien de pools niet onder collectief vermogensbeheer
zouden vallen. Desverzocht heeft DNB vervolgens aan LHV
medegedeeld dat voor de pools een Wtb-vergunning vereist
was. LHV vorderde schadevergoeding van ING op grond
van onrechtmatig handelen jegens haar, ... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M. HosemannBAS had bij de AFM een Wfd-vergunning aangevraagd en
vervolgens bezwaar gemaakt tegen de facturen van de AFM.
Volgens BAS had de AFM van tevoren onvoldoende voorlichting
verstrekt over de kosten die samenhangen met de
aanvraag van een Wfd-vergunning, de daarmee samenhangende
betrouwbaarheidstoetsing en de kosten van voortdurend
toezicht. BAS genereerde dermate weinig inkomsten
dat de kosten van de AFM de inkomsten overschreden en
BAS stelde zich op het standpunt dat als zij eerder op de
hoogte was geweest van de kosten, zij een meer verantwoorde
afweging had kunnen maken over de z... abonneren of dit artikel kopen.
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. M. HosemannDe AFM had bij besluit van 29 december 2006 het bezwaar
ongegrond verklaard van ABN AMRO tegen het besluit van
de AFM van 17 augustus 2006, houdende de weigering
terug te komen van het onherroepelijk boetebesluit van 10
september 2002. ABN AMRO had vervolgens bij de rechtbank
beroep ingesteld, die het beroep ongegrond verklaarde.
Het CBb had voorts de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
De boetes hielden verband met de rol van ABN
AMRO bij de introductie van de aandelen WOL. De twee
gehandhaafde boetes zagen op overtreding door ABN
AMRO van artikel 32 NR 1999, bestaande uit het ... abonneren of dit artikel kopen.