Tijdschrift voor Internetrecht

2018 nr. 5/6

Redactie

Hoofdredactie

mr. P. G. van der Putt

Redactie

mr. B.D.P. van der Eijk
mr. I. S. Feenstra
mr. H.A.J. de Jong
mr. K. Konings
mr. C.C. M. Kroeks- De Raaij
mr. M. van der Linden
mr. dr. E.D.C. Neppelenbroek
mr. M. T. M. H. Peeters
mr. E.P.M. Thole
mr. M. Weij
mr. R.J.J. Westerdijk
prof. mr. G-J. Zwenne

Vaste medewerkers

M.V. Avanesian LL.B BSc
mr. ir. A.P. Engelfriet
mr. N. Falot
mr. C. Jeloschek
mr. V.I. Laan
H. W. Roerdink
F. Schemkes
mr. drs. E.F. Vaal
mr. J.J.H. Vos

Redactiesecretaris(sen)

mr. B. de Vos
mr. J.J.H. Vos

 

Inleiding

Redactioneel - Digitalisering van het recht, kwaliteit of kwantiteit?

dr. mr. C.N.J. de Vey Mestdagh1

Het begrip kwaliteit heeft twee verschillende betekenissen. In de ene betekenis is een kwaliteit een eigenschap van een object van beschouwing (een persoon, een organisatie, een voorwerp, een systeem of een begrip). Een kwantiteit is een maat (veelheid of grootheid) die aan een kwaliteit wordt toegekend. ‘Grootte’ is een kwaliteit, ‘groter’ is een kwantiteit. De kwantiteit van een kwaliteit van een object kan met behulp van een meetinstrument op een – min of meer – eenduidige wijze worden bepaald. Elke kwaliteit heeft ten minste een veelheid en zodra e... ...lees meer

Artikel

Zeggenschap en controle in het digitale tijdperk: de (on)mogelijkheid van toe...

mr. A.F. Ferwerda in samenwerking met mr. C.C.M. Kroeks-de Raaij1

Als er een onderwerp is in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (‘AVG’)[2] dat het meest wordt besproken, dan is het wel toestemming. Toestemming als wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens. Deze veelbesproken grondslag is één van de zes limitatieve grondslagen uit de AVG om persoonsgegevens te mogen verwerken. Op het internet wordt vaak toestemming gevraagd voor het gebruik van persoonsgegevens. In de praktijk van alledag wordt toestemming door betrokkenen vaak achteloos gegeven aan organisaties die p... abonneren of dit artikel kopen.

2018 het jaar van Google: het recht om vergeten te worden in de rechtspraak

mr. L. Mourcous en mr. M. Weij1

Sinds het Costeja-arrest uit 2014 hebben betrokkenen, onder bepaalde voorwaarden, het recht om zoekresultaten op internet op basis van hun naam te laten verwijderen.[2] De zoekmachine moet aan dit verzoek voldoen als de betreffende links ‘onjuist, ontoereikend, niet langer relevant of bovenmatig zijn’, waarbij rekening moet worden gehouden met factoren uit het oogpunt van algemeen belang, inclusief de vrijheid van meningsuiting, het recht op informatie en de rol van de persoon in het openbare leven. De cijfers liegen er niet om. Sinds 29 me... abonneren of dit artikel kopen.

Smart contracts op de blockchain – hoe het zit en waarom ze juridisch interes...

dr. mr. M. van der Linden1

Dit artikel is het beloofde vervolg op Het recht geketend: Smart contracts: dé oplossing voor gezeur, gedoe en onzekerheid?, verschenen in nummer 2 van dit jaar,[2] over mijn zoektocht naar wat ik moet vinden van zogenaamde smart contracts, geïmplementeerd op de blockchain (BC). De vraag is wat hier juridisch interessant aan is: welke vragen roept het gebruik van deze technologie op voor het recht. Voordat ik toekom aan de juridische vragen wil ik nader preciseren waar we het over hebben: het verschil tussen publieke en priva... abonneren of dit artikel kopen.

Netneutraliteit: de discussies van gisteren, vandaag en morgen

mr. P.M. Waszink1

Op 30 april 2016 trad verordening 2015/2120 in werking[2], beter bekend als de Netneutraliteitsverordening.[3] Netneutraliteit – het uitgangspunt dat internetproviders alle gegevens op internet gelijk moeten behandelen en niet discrimineren naar gebruiker, inhoud, website, platform, toepassing, soort aangesloten apparatuur of communicatiemethode – werd hierbij voor het eerst op supranationaal niveau geregeld.[4] Aan de totstandkoming van de Netneutraliteitsverordening is een uitgebreid debat voorafgegaan; niet alleen binnen en tussen de voor de ... abonneren of dit artikel kopen.

Massasurveillance en privacy: De betekenis van het EHRM-arrest Big Brother Wa...

mr. dr. M. Hagens en prof. dr. C.M.J. Ryngaert1

In 2013 onthulde Edward Snowden het bestaan van een programma (PRISM) waarmee de Amerikaanse National Security Agency informatie vergaarde van aanbieders van elektronische communicatiediensten. Uit gelekte documenten bleek dat ook één van de Britse geheime diensten (Government Communications Headquarters – GCHQ) toegang had tot PRISM. GCHQ gaf later toe dat het inderdaad informatie had verkregen via PRISM. Edward Snowden onthulde ook dat GCHQ zelf een operatie had opgezet, genaamd ‘TE... abonneren of dit artikel kopen.

Wanbeleid bij de Raad voor de Rechtspraak? Kleien met KEI! - Opinie

prof. mr. A.I.M. van Mierlo1

Sombere geesten roepen dat de uit het Programma Kwaliteit en Innovatie (‘KEI’) voortgevloeide wetgeving tot wijziging van (onder meer) het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering procesrecht een mislukking is. De Raad voor de Rechtspraak wil zelfs zo ver gaan dat de wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering rond het digitaal procederen worden teruggedraaid (https://www.advocatenblad.nl/2018/11/02/rechtspraak-wil-einde-kei-pilots-en-kei-rv/). Deze benadering getuigt van een sense of urgency abonneren of dit artikel kopen.

Lessen leren uit KEI - Opinie

mr. dr. A.D. Reiling1

De redactie van het Tijdschrift voor Internetrecht vroeg mij om een opiniestuk te schrijven over ‘KEI en de automatisering van de rechtspraak’. Al voordat ik in 1986 rechter werd vond ik dat informatietechnologie de rechtspraak beter zou kunnen maken. Sinds in 1993 het eerste platform voor IT in de Rechtspraak werd opgericht ben ik bij de ontwikkeling van IT in de Rechtspraak betrokken geweest. Als voorzitter van de Adviesraad Informatievoorziening Zittende Magistratuur, als informatiemanager van de Rechtspraak, als opdrachtgever voor het eerste Informatiebeleidsplan van de R... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

Verantwoordelijkheid voor de verwerking van persoonsgegevens voor beheerder v...

mr. N. Falot1

Op 5 juni 2018 heeft het Europees Hof van Justitie (HvJ EU) uitspraak gedaan over onder meer de vraag of en wanneer de beheerder van een fanpagina op een sociaal netwerk zoals Facebook moet worden aangemerkt als verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens, specifiek voor wat betreft het plaatsen van cookies vanuit deze fanpagina.[2] Het HvJ EU beantwoordt deze vraag in onderhavig arrest bevestigend, waarmee duidelijkheid wordt verschaft over de verhoudingen tussen partijen bij het exploiteren van dergelijke pagina’s en de daarbij relevante omstandigheden. abonneren of dit artikel kopen.

Wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving

Onder redactie van mr. H.W. Roerdink

Nationaal Implementatiewet herziene richtlijn betaaldiensten (PSD II) Op 11 september 2018 is een gewijzigd voorstel van de Implementatiewet herziene richtlijn betaaldiensten gepubliceerd. Op 13 november 2018 verscheen tevens een memorie van antwoord. Dit wetsvoorstel implementeert richtlijn nr. 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG... abonneren of dit artikel kopen.

Actualia

Signaleringen

Onder redactie van mr. P.G. van der Putt1

Meer dan helft ondernemingen voldoet nog niet aan de AVG Uit een rapport van het IAPP (International Association of Privacy Professionals) en adviseur EY is gebleken dat 56% van de Europese ondernemingen (nog) niet voldoet aan de AVG. Een op de vijf respondenten heeft zelfs aangegeven dat het onmogelijk is om überhaupt óoit daaraan te voldoen. Hoewel maar liefst 89% van de bedrijven weliswaar een Functionaris Gegevensbescherming heeft aangesteld, geeft bijna de helft daarvan aan de waarde ervan niet in te zien. IAPP en EY verwachten dat privacy-professionals nog jar... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentieoverzicht

Jurisprudentie

Onder redactie van dr. mr. M. van der Linden en mr. C.C.M. Kroeks-de Raaij

177. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 3 september 2018 (alleen bekijken), ECLI:NL:GHSHE:2018:4059 Kinderporno, dierenporno, bezit, bewuste vastlegging, zoektermen, art. 240b Sr, art. 254a Sr Het hof stelt voorop dat voor bezit als bedoeld in art. 240b Wetboek van Strafrecht (voorwaardelijk) opzet vereist is, hetgeen tot uitdrukking komt in een zekere (beschikkings)macht. Voor digitale gegevens is daartoe een element van bewuste vastlegging van het materiaal vereist. Alleen het bekijken van digitale kinderpornografie levert daarom in zijn algemeenheid nog geen strafrec... abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS