jhr. mr. J.L.R.A. Huydecoper1Deze middag is er – mede – voor bedoeld, dat wij kijken naar de verhouding tussen het specifieke huurrecht, geregeld in titel 4 van Boek 7 BW, en de algemenere leerstukken uit, vooral, de Boeken 3 en 6 van dat BW.
Dat is een interessante vraag. Het regelen van bijzondere overeenkomsten in een apart boek van het BW heeft immers vooral zin, als men voor die overeenkomsten regels geeft die niet samenvallen met de algemene regels van (contracten-)recht uit de overige BW-boeken – anders had men even goed, of misschien zelfs beter, het erbij kunnen laten, en ‘ge... abonneren of dit artikel kopen.
prof. mr. dr. M.H. Wissink1
Vanmiddag stel ik de vraag of bij rechtsvragen rondom de huur van bedrijfsruimte het antwoord wordt gevonden in het ‘algemene’ dan wel in het ‘bijzondere’. Ik doel daarmee vooral, maar niet alleen, op enerzijds het algemene vermogens- en contractenrecht van de Boeken 3 en 6 BW en anderzijds de regels van titel 7.4 BW. Met deze vraag krijgt men een indruk van de argumenten die spelen bij het beantwoorden van bepaalde, vooral nieuwe rechtsvragen, en de keuzes die daarbij worden gemaakt. Ik zal dus steeds bezien of het antwoord op de vraag word... abonneren of dit artikel kopen.
mr. B.M.M. Reuder en mr. N. Amiel1,2
De rechten en plichten van huurders en verhuurders worden in beginsel bepaald door de huurovereenkomst en huurregelgeving, maar kunnen ook worden beïnvloed door andere wetgeving zoals het mededingingsrecht. Zo bedingen huurders regelmatig een bepaling in huurovereenkomsten die de huurder beschermen tegen concurrentie van een andere huurder van zijn verhuurder. Dergelijke afspraken kunnen echter nietig zijn wegens strijd met het kartelverbod van art. 6 Mededingingswet (hierna: Mw). Dit artikel gaat in op diverse situaties waarin mededinging(srecht) en huur... abonneren of dit artikel kopen.
mr. A. de Fouw en mr. A. Kamphuis1
Huurder en verhuurder lopen in de praktijk regelmatig tegen bestuursrechtelijke onderwerpen aan. Zo zal vaak een omgevingsvergunning voor (ver)bouwen nodig zijn voordat het gehuurde in gebruik kan worden genomen. Ook is de vraag van belang welke bestemming het gehuurde heeft. De bestemming op grond van de huurovereenkomst hoeft niet dezelfde te zijn als de bestemming op grond van het geldende bestemmingsplan. In dat geval is een omgevingsvergunning nodig voor afwijken van het bestemmingsplan. Is de huurder of verhuurder verantwoordelijk voor het aanvragen van benod... abonneren of dit artikel kopen.
mr. A. van der Hilst1
Gedurende de op 12 maart 2015 door de redactie en uitgever van het Tijdschrift voor Huurrecht Bedrijfsruimte georganiseerde conferentie 'Vanuit het huurrecht bekeken', is in diverse workshops de koppeling gemaakt tussen de Nederlandse huurregelgeving en (aangrenzende) rechtsgebieden die van invloed (kunnen) zijn op Nederlandse huurovereenkomsten. Hierbij is eens te meer duidelijk geworden dat een huurovereenkomst niet slechts kan worden bekeken met inachtneming van het bepaalde in art. 7:201-7:310 BW. De betrokken partijen en hun adviseurs dienen een huurovereenkom... abonneren of dit artikel kopen.
mr. S. van der Kamp1Tijdens een workshop op het Congres ‘Vanuit het huurrecht bekeken’ heeft Bart van Zadelhoff [2] ons geleid langs fiscale onderwerpen die een raakvlak hebben met de huur van bedrijfsruimte.
De meeste aandacht is uitgegaan naar de btw. Het uitgangspunt voor de btw is dat de verhuur van onroerend goed is vrijgesteld, met enkele uitzonderingen, zoals voor de hotelsector en parkeren. Daarnaast is er de mogelijkheid van belaste verhuur op verzoek (de 'optie').
Waarom zouden partijen willen kiezen voor btw belaste verhuur? De reden is dat daardoor de verhuurder gebru... abonneren of dit artikel kopen.
prof. mr. A.W. Jongbloed en mr. P.L. Visser1
Wie in de situatie komt te verkeren dat hij of zij heeft opgehouden te betalen zal failliet verklaard worden (vgl. art. 1 Fw). Vereist is dat hij ten minste twee schuldeisers onbetaald laat, waarvan één met een opeisbare vordering. Niet doorslaggevend is of de schuldenaar al dan niet voldoende verhaal biedt, maar of de schuldenaar niet kan of niet wil betalen. Er moet daarbij wel sprake zijn van een `toestand dat de schuldenaar is opgehouden te betalen’ en dat duidt op een zekere tijdsduur. Het betekent dat degene die vergeet de maandelijkse huu... abonneren of dit artikel kopen.
mr. N. Amiel en prof. mr. A.W. Jongbloed
Hoge Raad
3 april 2015
ECLI:NL:HR:2015:823 ;
NJB 2015, 744
Singh / Centre Hotel
Samenvatting. Afwijkende bedingen, huurprijs Ook indien een afwijkend beding door de huurder is vernietigd, kan nog goedkeuring daarvoor worden verkregen. Door de goedkeuring wordt het beding alsnog rechtsgeldig. Goedkeuring voor een afwijkend beding kan op grond van art. 7:291 lid 3 BW uitsluitend worden gegeven in de daar omschreven bijzondere gevallen, waarin hetzij de bescherming van de huurder niet wezenli... abonneren of dit artikel kopen.
mr. N. Amiel en prof. mr. A.W. Jongbloed
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, sector kanton, locatie Tilburg
18 februari 2015
ECLI:NL:RBZWB:2015:882
Samenvatting Indeplaatsstelling, verniet iging, verjaring Op grond van art. 7:291 lid 1 BW kan niet ten nadele van de huurder (zelfs niet met goedkeuring van de kantonrechter) worden afgeweken van art. 7:307 BW, welk artikel de huurder onder omstandigheden het recht geeft om een indeplaatsstelling af te dwingen. Contractuele bedingen waarin ten nadele van de huurder wordt afgeweken van dit artikel zijn v... abonneren of dit artikel kopen.
mr. N. Amiel en prof. mr. A.W. JongbloedSamenvatting. Wijzigingen, tekortkoming, vervangende macht iging, reclame-uit ingen, goed huurderschap De verhuurder van winkelruimte op een retailpark heeft de reclame-uitingen die de huurder heeft aangebracht op de buitenzijde van het gehuurde verwijderd, omdat de huurder hiervoor geen toestemming had verkregen van de verhuurder. De huurder vordert in conventie primair dat de verhuurder (ex art. 7:215 lid 1 BW) gedoogt dat de reclame- uitingen worden aangebracht. Subsidiair vordert de huurder een vervangende machtiging om de r... abonneren of dit artikel kopen.
mr. N. Amiel en prof. mr. A.W. Jongbloed
Rechtbank Amsterdam (kort geding)
17 maart 2015
ECLI:NL:RBAMS:2015:1651
Gemeente Amsterdam (bestuurscommissie Noord) / T-Mobile Netherlands B.V.
Samenvatting Beëindiging, ontruimingsbescherming, kwalificat ie De gemeente Amsterdam heeft aan T-Mobile het recht verleend om in, aan, op of boven het Floraparkbad (een zwembad) in Amsterdam-Noord apparatuur te installeren en te exploiteren. T-Mobile heeft aan een schoorsteen op het dak een antenne geplaatst en op de begane grond onder een luifel naast h... abonneren of dit artikel kopen.
mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel1Jurisprudentieoverzicht betreffende voor de verhuur van bedrijfsruimte relevante uitspraken gepubliceerd – of aan de redactie ter hand gesteld – in de periode 1 februari 2015 tot en met 31 maart 2015.
In art. 39 lid 1 laatste volzin Fw staat dat vanaf de dag van faillietverklaring de huurprijs boedelschuld is. Aan de Hoge Raad wordt middels een prejudiciële vraag ex art. 392 Rv gevraagd of dit ook geldt bij huur van roerende zaken. De Hoge Raad oordeelt dat dit het geval is. abonneren of dit artikel kopen.
mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel1Gerechtshof Amsterdam 11 februari 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:414 (kwalificatie)
Partijen hebben per abuis de 7:290-modelhuurovereenkomst gebruikt voor een huurovereenkomst voor 7:230a-ruimte. De huurder stelt dat partijen hiermee hebben gekozen voor vrijwillige toepassing van het regime van art. 7:290 e.v. BW. Op basis van het enkele gebruik van het 290-model mocht de huurder er volgens het hof niet op vertrouwen dat het regime van 290-ruimte van toepassing is en dat de termijnen die hij vrijwillig met de verhuurder heeft afgesproken buiten toepassing zouden blijven wegens strijd m... abonneren of dit artikel kopen.
mr. J.M. Winter-Bossink en mr. N. Amiel1Rechtbank Amsterdam 22 mei 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:9377 (beëindiging, dringend eigen gebruik, renovatie)
De verhuurder van winkelruimte vordert beëindiging van de huurovereenkomst op grond van dringend eigen gebruik. De verhuurder wenst een gedeelte van het winkelcentrum te renoveren. Het gehuurde zal volledig gesloopt worden en niet meer terugkeren. De rechtbank oordeelt dat sprake is van een renovatie die zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is. De rechtbank is voorts van oordeel dat de naar voren gebrachte motieven voldoende grond vormen om aan te nemen... abonneren of dit artikel kopen.
mw. mr. M. van Schoonhoven-Sloot 1Wet- en Regelgeving
Tweede Kamer
Kamerstukken II 2014/15,33 436: Wijziging van de Leegstandswet in verband met de verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur bij leegstand van gebouwen en woningen: Verslag algemeen overleg van 19 november 2014, over antikraakconstructies en leegstandsbeheer (41).
Kamerstukken II 2014/15, 34156, nrs, 3-17: Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Huisvestingswet 2014 en de Woningwet (aanvulling van de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik voor de tijdelijke huisvesting van j... abonneren of dit artikel kopen.
mr. M.T.H. De Gaay Fortman
Twaalf en een half jaar geleden benaderde uitgever Anton den Hollander mij om mee te brainstormen over een nieuw tijdschrift, bedoeld voor alle professionals die dagelijks betrokken zijn bij de huur en verhuur van bedrijfsruimte. Het was onze bedoeling om een nieuw, praktisch en wetenschappelijk verantwoord, platform te creëren, waarop alle aspecten van het commerciële huurrecht aan de orde zouden kunnen komen. We wilden daarom in het tijdschrift graag het woord geven aan verschillende groepen, zoals makelaars, advocaten, beleggers, wetenschap... abonneren of dit artikel kopen.
RSS