Tijdschrift voor Curatoren

2016 nr. 1

Redactie

Hoofdredactie

mr. E. A. H. ten Berge
mr. S.A.H.J. Warringa

Redactie

mr. M. H. Boersen
mr. R. Cats
mr. D. van Geel
mr. J. L. van den Heuvel
mr. dr. M.L.H. Reumers
mr. M. de Wild
mr. J. Wind

Vaste medewerkers

prof. mr. dr. J. A.A. Adriaanse
drs P.C. van Prooijen RV CPVA
drs. P. Schimmel RA CFE

Redactiesecretaris(sen)

mr. R. de Jong

 

Artikel

De curator als belanghebbende en turboliquidatie - Twee opvallende uitsprake...

mr. M.A.L.M. Willems1

Al geruime tijd is er met name in de literatuur relatief veel aandacht voor twee zaken die verband houden met rechtspersonen die aan het einde van hun (economische) levensduur zijn. Ik doel hiermee op enerzijds de lege boedel-problematiek, waarbij curatoren klagen over het feit dat zij steeds meer werk moeten verrichten in boedels waarin niet of nauwelijks actief zit of te verwachten is2, en anderzijds de klacht dat steeds meer rechtspersonen door middel van een turboliquidatie worden ‘opgeruimd’, zonder dat externe, onafhankelijke controle plaatsvindt op ... abonneren of dit artikel kopen.

Exit ‘oneigenlijke lossing’?

mr. J. Wind1

De positie van meer hypotheekhouders in een insolventieprocedure is volstrekt helder: Als de primaire netto-opbrengst[2] van het verbonden registergoed niet (of juist) voldoende is om de vordering van de eerste hypotheekhouder te betalen, resteert voor de opvolgende hypotheekhouders (hooguit) een concurrente faillissementsvordering. Is de (potentiële) primaire netto-opbrengst hoger, dat wil zeggen dat de vordering van de eerste hypotheekhouder in ieder geval volledig kan worden voldaan, dan zal ook de tweede hypotheekhouder een uitkering uit die opbrengst ontv... abonneren of dit artikel kopen.

De curator als private partner van het Openbaar Ministerie? - Het aansprakeli...

mr. C.V. van Enckevort1

Reeds in 2012 werd door de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht aangekondigd.[2] Dit programma is gebaseerd op drie pijlers: de bestrijding van faillissementsfraude, de versterking van het reorganiserend vermogen van bedrijven en de modernisering van de faillissementsprocedure.[3] In het kader van de eerste pijler, de fraudepijler, zijn drie wetsvoorstellen gedaan, te weten het wetsvoorstel civielrechtelijk bestuursverbod[4], het wetsvoorstel herziening strafbaarstelling faillissementsfraude[5] en het we... abonneren of dit artikel kopen.

Curatoren zet u schrap: de lat wordt voor u steeds hoger gelegd

mr. dr. M.L.H. Reumers1

Het Nederlandse en Europese insolventierecht is volop in ontwikkeling. In deze bijdrage worden diverse lopende ontwikkelingen onder de loep genomen. Daarbij worden (voorgestelde) nieuwe regelingen uitdrukkelijk niet integraal besproken. Bezien wordt ten aanzien van een aantal voorstellen en ontwikkelingen welke impact zij (zullen) hebben op de positie en het takenpakket van curatoren voorafgaand aan en in een faillissement. Helder wordt dat van hen steeds meer multidisciplinariteit wordt verwacht.2. Programma herijking faillissementsrechtIn 2012 is he... abonneren of dit artikel kopen.

Jurisprudentie

HR 8 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3487 ; NJ 2016/23

prof. mr. A.W. Jongbloed

Als bestuurder van een rechtspersoon onttrekken van goederen aan de faillissementsboedelVoor het als bestuurder van een rechtspersoon onttrekken van goederen aan de boedel is niet vereist dat vast staat dat sprake is van ‘enig zelfstandig handelen’ door verdachte ‘waarmee de goederen buiten het bereik en beheer van de curator zijn gebracht’. Een (verboden) gedraging kan in redelijkheid aan verdachte als (functioneel) dader worden toegerekend indien deze erover vermocht te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en indien zodanig of vergelijkbaar gedrag blijkens de ... abonneren of dit artikel kopen.

HR 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3636 ; RvdW 2016/95 (mr. Hoeksma q.q./T...

prof. mr. A.W. Jongbloed

Prejudiciële vraag ex art. 392 Rv omtrent de vraag of de curator belanghebbende is in de zin van art. 10 lid 1 Fw en verzet kan doen tegen de faillietverklaring?4.3.1 De Faillissementswet behelst geen bepaling waaruit blijkt wie als belanghebbende in de zin van art. 10 lid 1 Fw moet worden aangemerkt. Wie tot de belanghebbenden in de zin van een wetsbepaling zijn te rekenen, moet, indien het in de desbetreffende wet niet is bepaald, uit de aard van de procedure en de daarmee verband houdende wetsbepalingen worden afgeleid.Daarbij zal een rol spelen in hoeverre de bet... abonneren of dit artikel kopen.

HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:201 (mr. Dekker q.q./notarissen X en Y)

prof. mr. A.W. Jongbloed

Zogenoemde ‘Peeters/Gatzen-vordering’ van curator tegen notarissen. Beoordeling in hoger beroep terecht toegespitst op de vraag of curator aan zijn stelplicht heeft voldaan?3.3.2 De klacht faalt. Het hof heeft in rov. 3.3.2 overwogen – zoals zijn arrest moet worden verstaan – dat als ‘voorvraag’ dient te worden onderzocht of op grond van de door de curator gestelde feiten en omstandigheden, indien bewezen, sprake is van onrechtmatig handelen van de notarissen in de zin van een Peeters/Gatzenvordering. Vervolgens heeft het hof in de rov. 3.6.1-3.6.5 onderzocht of de curator ... abonneren of dit artikel kopen.

HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:199 (Rabobank Sneek/mr. Verdonk q.q.)

prof. mr. A.W. Jongbloed

Aan bank verpande, door curator onrechtmatig geïnde vorderingen. Gaat boedelvordering van de pandhouder wegens schadevergoeding voor op de kosten van executie en vereffening, waaronder het salaris van de curator? (HR 28 september 1990, ECLI:NL:HR:1990:AD1243 , NJ 1991/305, De Ranitz q.q./Ontvanger). Persoonlijke aansprakelijkheid curator3.3.3 Het middel betoogt dat in geval van een negatieve boedel de preferente boedelvordering van de (ex-)pandhouder voorgaat op de salarisvordering van de curator voor zover dat nodig is om te voorkomen dat de curator profiteert van zijn eigen o... abonneren of dit artikel kopen.

Hoge Raad 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:286

prof. mr. A.W. Jongbloed

Verzoek van gefailleerde die in verzekerde bewaring is gesteld om afgifte van proces-verbaal van getuigenverhoor (art. 66 Fw). Uitleg van HR 6 oktober 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX8295 , NJ 2010/184. Afweging van belangen (HR 22 september 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1819 , NJ 1997/339); indien gefailleerde mede op grond van de verklaring van de getuige van zijn vrijheid is beroofd, komt groot gewicht toe aan zijn belang bij afgifte van het proces-verbaal; uitzonderingen3.2.2 [verzoeker] heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank tot verlenging van de inbewaring... abonneren of dit artikel kopen.

Hoge Raad 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:297 (Crescendo Belgium)

prof. mr. A.W. Jongbloed

Beslissing rechter-commissaris op verzoek om verlenging van de termijn van art. 58 Fw. Verzuim om hoor en wederhoor (art. 19 Rv) in acht te nemen3.4.1 De door art. 58 lid 1 Fw aan de curator toegekende bevoegdheid om de pand- en hypotheekhouders een redelijke termijn te stellen om tot uitoefening van hun rechten overeenkomstig art. 57 Fw over te gaan, strekt tot een voortvarende afwikkeling van de boedel (vgl. HR 20 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2051 , NJ 2014/151). Dit brengt mee dat indien een pand- of hypotheekhouder op de voet van art. 58... abonneren of dit artikel kopen.

Hof ’s-Hertogenbosch 24 november 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4734

prof. mr. A.W. Jongbloed

Deze zaak is terugverwezen door Hoge Raad 14 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR0119 ; NJ 2012/110 (Weva/ME Beheer) op grond waarvan het Hof moet beoordelen of ten tijde van de gewraakte transactie de bestuurder door de aanwezigheid van een persoonlijk belang niet in staat moest worden geacht het belang van de vennootschap en de daaraan verbonden onderneming te bewaken op een wijze die van een integer en onbevooroordeeld bestuurder mag worden verwacht. Daartoe dient te worden onderzocht of de bestuurder van de vennootschap te maken had met zodanige onverenigbare belangen dat in redelijkh... abonneren of dit artikel kopen.

Hof Den Haag 1 december 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3264

prof. mr. A.W. Jongbloed

Persoonlijke aansprakelijkheid curator. Onmiskenbare vergissing bij betaling aan de boedel. Negeren Ontvanger/van Hamm qq.5.3. Te beoordelen is of de Gijsbertsen persoonlijk aansprakelijk is uit onrechtmatige daad jegens Danianda, nu hij de in r.o. 1.6 genoemde betaalde bedragen niet, zoals door Danianda verzocht, aan haar heeft terugbetaald.5.4. Daarbij is van belang of de betalingen van Danianda moeten worden aangemerkt als onverschuldigde betalingen, en zo ja, of deze het gevolg zijn van een onmiskenbare vergissing. Van dat laatste is sprake in die gevallen waarin tussen... abonneren of dit artikel kopen.

Hof Arnhem 22 december 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:9777

prof. mr. A.W. Jongbloed

Reddingsplan V&D. Gehoudenheid om mee te werken aan buitengerechtelijk schuldeisersakkoord? Vordering van verhuurster tot betaling van onverminderde huurprijs niet in incasso kortgeding toewijsbaar 7.9 Het hof oordeelt verder als volgt. Terecht voert Mondia aan dat het wetsvoorstel Wet Continuïteit Ondernemingen II nog geen geldend recht is. Het staat een schuldeiser in beginsel vrij om een buitengerechtelijk akkoord dat hem door de schuldeiser wordt aangeboden te weigeren.7.10 Ook naar geldend (arrest van de Hoge Raad van 12 augustus 2005, NJ 20... abonneren of dit artikel kopen.

Hof Arnhem 12 januari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:944

prof. mr. A.W. Jongbloed

Is in faillissementsbewaring/gijzeling verblijvende failliet zonder inkomsten gehouden griffierecht te betalen voor een appel tegen verlenging van de bewaring? Nee: toegang tot de rechter moet mogelijk blijven2.5. Het hof stelt bij de beoordeling voorop dat met de heffing van het griffierecht de wetgever onder meer heeft beoogd dat rechtzoekenden aan de hand van de daaraan verbonden kosten een zorgvuldige afweging maken of het zin heeft een zaak aan de rechter voor te leggen (in bestuursrechtelijke zaken: zie Kamerstukken II 1984/85, 18 835, nr. 3, p. 6... abonneren of dit artikel kopen.

Hof Leeuwarden 12 januari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:138

prof. mr. A.W. Jongbloed

De curator vordert betaling uit hoofde van de rekening-courantverhouding tussen gefailleerde en de voormalig aandeelhouder/bestuurder. De wederpartij beroept zich op verrekening van haar vordering op de gefailleerde uit hoofde van een geldleningsovereenkomst. Het hof komt echter tot bescherming op grond van artikel 3:35 BW (vertrouwensbeginsel)5.8. De curator heeft voorts gesteld (ii) dat Alsi niet gerechtvaardigd op de verklaring mocht vertrouwen wegens het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil van Lyempf. Alsi heeft in dit kader een beroep gedaan op d... abonneren of dit artikel kopen.

Hof 's-Hertogenbosch 19 januari 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:110

prof. mr. A.W. Jongbloed

Wagenparkbeheerder gaat failliet. Curatoren spreken debiteur aan, maar deze beroept zich op verrekening in verband met afdracht aan de fiscus waarmee wagenparkbeheerster is gebaat De debiteur wijst op een ten laste van Wagenparkbeheer gelegd fiscaal beslag. Zij heeft aan de fiscus afgedragen terwijl dat beslag nog niet executoriaal was. Het Hof wijst er op dat het geld hoe dan ook aan de fiscus betaald had moeten worden en er dus verrekening is toegestaan. Een onjuiste verklaring hoeft niet ondeugdelijk te zijn. abonneren of dit artikel kopen.

Hof Arnhem 1 februari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:593

prof. mr. A.W. Jongbloed

Een (na turboliquidatie) ontbonden rechtspersoon kan ook herleven in een procedure tot faillietverklaring als summierlijk is gebleken van feiten en omstandigheden die voldoende aannemelijk maken dat er nog baten zijn en als ook aan de overige vereisten voor faillietverklaring is voldaan. De rechtspersoon wordt dan geacht ter afwikkeling van het faillissement te blijven bestaan. Binnen het summiere onderzoek zoals dat binnen een faillissementsprocedure kan plaatsvinden is voldoende aannemelijk geworden dat mogelijk sprake is van paulianeuze rechtshandelingen die voor vernietiging i... abonneren of dit artikel kopen.

Hof Amsterdam 2 februari 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:360

prof. mr. A.W. Jongbloed

Geldige bodemverhuurconstructie. Er is sprake van een voor partijen voldoende kenbare omschrijving van het gehuurde en door de geplaatste hekken wordt het gehuurde geacht daadwerkelijk aan de pandhouders ter beschikking te zijn gesteld3.6. Het hof volgt de curator niet in dit betoog. De hierboven onder 2.2.5 beschreven overeenkomst bevat een voor partijen voldoende kenbare omschrijving van het gehuurde en door de hekken wordt het gehuurde geacht daadwerkelijk aan de pandhouders ter beschikking te zijn gesteld. De – door de pandhouders betwiste – stelling dat die hekken telkens and... abonneren of dit artikel kopen.

Ktr. Haarlem 10 september 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:10543

prof. mr. A.W. Jongbloed

Niet-ontvankelijk verklaring ivm verlopen verzetstermijn. Betekening vonnis en daarmee verband houdende akten enkel door achterlating van een gesloten envelop is niet voldoende. Wel wordt opposant geacht bekend te zijn met de inhoud van het verstekvonnis doordat hij als gefailleerde kennis heeft kunnen nemen van de openbare verslagen van de curator en de bijgevoegde schuldenlijsten abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Rotterdam 17 september 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:8840

prof. mr. A.W. Jongbloed

Faillissement voormalig vennoot vof; in verzet is ten aanzien van een voormalig vennoot van een (eveneens failliet verklaarde) vof gebleken dat toestand van te hebben opgehouden te betalen niet bestaatHet verzet tegen voornoemd vonnis is tijdig ingesteld. Opposant heeft verklaard per 1 januari 2013 uit de v.o.f. te zijn getreden. In art. 18 Wetboek van Koophandel is bepaald dat in de vennootschap onder firma elk der vennoten wegens de verbintenissen van de vennootschap hoofdelijk is verbonden. Hieruit volgt dat de uitgetreden vennoot na zijn uittreding tegenover schuldeiser... abonneren of dit artikel kopen.

Ktr. Rotterdam 18 september 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:9131

prof. mr. A.W. Jongbloed

Het betreft een huurovereenkomst van woonruimte waarbij één van de beide huurder failliet gaat. Beiden zeggen op. In deze procedure vordert verhuurder achterstallige huur en rijst de vraag of de opzegging rechtsgeldig is5.1. [gedaagde 2] en de curator hebben niet op de eerst dienende dag gereageerd waarna de kantonrechter tegen hen verstek heeft verleend. Zij hebben geen gebruik gemaakt van het recht van zuivering van het verstek. Op grond van het bepaalde in art. 140 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt thans één vonnis gewezen dat voor alle partijen wordt ... abonneren of dit artikel kopen.

Vzr. Arnhem 12 november 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:7844

prof. mr. A.W. Jongbloed

Curator vordert in kort geding een voorschot op het uiteindelijke faillissementstekort, nadat rechtbank en hof hebben geoordeeld dat sprake is van onbehoorlijk bestuur en dus aansprakelijkheid voor het faillissementstekort aan de zijde van gedaagde Het cassatieberoep van gedaagde loopt nog. Het verweer dat het arrest van het hof nog niet in kracht van gewijsde is gegaan, zodat de aansprakelijkheid van gedaagde mogelijk komt te vervallen als de Hoge Raad tot een ander oordeel komt dan het hof, faalt. Uitgangspunt is dat de kortgedingrechter in beginsel zijn oordeel moet afstemmen o... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Rotterdam 17 november 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:8958

prof. mr. A.W. Jongbloed

Rechtbank acht zich niet bevoegd om faillissementsverzoek in behandeling te nemen inzake onderneming gevestigd op Curaçao. Geen sprake van ‘kantoor’ als bedoeld in art. 2 lid 4 FwVolgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel & Nijverheid Curaçao is verweerster statutair gevestigd te Curaçao.Art. 2 lid 1 Faillissementswet (Fw), bepaalt dat de faillietverklaring geschiedt door de rechtbank van de woonplaats van schuldenaar. Art. 2 lid 4 Fw bepaalt dat indien de schuldenaar binnen het Rijk in Europa geen woonplaats heeft, toch aldaar een beroep of bedrijf uitoefent, de re... abonneren of dit artikel kopen.

Vzr. Zutphen 1 december 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:7536

prof. mr. A.W. Jongbloed

Afgifte Ferrari. Voldoende aannemelijk dat gefailleerde en de maatschap de Ferrari in het zicht van het naderende faillissement hebben willen onttrekken aan de boedel Curator kon op het moment dat de Ferrari onvindbaar bleek voor beslaglegging overgaan tot buitengerechtelijke vernietiging van de rechtshandeling waarbij de Ferrari is overgedragen ex art. 42 Fw. Nu de Ferrari op dit moment nog steeds onvindbaar is heeft de curator een voldoende spoedeisend belang bij toewijzing van de vordering tot afgifte van de Ferrari. abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Noord-Holland, 3 december 2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:10688

prof. mr. A.W. Jongbloed

Appel tegen vonnis dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard doet op zich niet af aan uit dat vonnis voortvloeiend vorderingsrecht en leidt tot het uitgesproken faillissement. Gelet op het feit dat de vordering niet wordt betaald heeft gerekwestreerde haar stelling dat zij niet in de toestand verkeerd te zijn opgehouden te betalen onvoldoende onderbouwd2.5. Het vorderingsrecht van Reliplan blijkt (summierlijk) uit het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis waarop Reliplan zich beroept. JHB heeft ook geen feiten en omstandigheden aangevoerd die het bestaan van deze vordering in... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Overijssel, zp Almelo 9 december 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:5620

prof. mr. A.W. Jongbloed

Bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement aangenomen. Handelen van gedaagden was enkel gericht op benadelen van crediteuren en de rechtbank acht hen aansprakelijk voor het totale tekort4.9. Gedaagden hebben enkele schadeposten betwist. Zij hebben echter niet cijfermatig onderbouwd, laat staan aannemelijk gemaakt dat het totale schadebedrag op een lager bedrag moet worden bepaald dan door de curator gesteld. 4.10. Omdat de hoogte van het faillissementstekort kennelijk nog niet definitief is vastgesteld draagt de hoogte van een als voorschot toe te wijzen bedrag een voorl... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Overijssel, zp Almelo 16 december 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:5763

prof. mr. A.W. Jongbloed

Renvooiprocedure. Voeging gefailleerde in renvooi2.8. De rechtbank overweegt als volgt.De tijdig gedane incidentele vordering tot voeging dient beoordeeld te worden aan de hand van het bepaalde in art. 217 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), op grond waarvan een ieder die een belang heeft bij een tussen partijen aanhangig geding, kan vorderen zich daarin te mogen voegen of daarin te mogen tussenkomen. Voor het aannemen van een belang tot voeging is voldoende dat een uitkomst van de procedure die ongunstig is voor de partij aan wier zijde de derde zich voegt, de re... abonneren of dit artikel kopen.

Vzr. Oost-Brabant, zp ’s-Hertogenbosch 21 december 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:...

prof. mr. A.W. Jongbloed

Uitoefening pandrecht door seperatist versus termijnstelling curator Uit hoofde van een in het verleden gesloten geldleningsovereenkomst is er door de schuldenaar ten behoeve van de schuldeiser een vuistpandrecht gevestigd op sieraden. De sieraden zijn na het vestigen van het pandrecht (waarvan slechts een niet ondertekende akte bestaat en dat niet is geregistreerd) in de macht gebracht van de schuldeiser. Vervolgens is de schuldenaar failliet verklaard. De curator heeft met toepassing van art. 58 Fw aan de schuldeiser tevens vuistpandhouder een termijn gesteld om tot uitoefening ... abonneren of dit artikel kopen.

Ktr. Zwolle 22 december 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:5634

prof. mr. A.W. Jongbloed

Kon de huurovereenkomst m.b.t. winkelruimte met de failliete huurder (Etam) door de verhuurder worden opgezegd of moet de verhuurder een door de curatoren beoogde indeplaatsstelling met de doorstarter accepteren? Gegeven de omstandigheden (de curatoren reageerden niet adequaat op berichten verhuurder en bij afweging van de wederzijdse belangen) is het persisteren in die opzegging niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar 4.2. Een noodzakelijke voorwaarde voor een indeplaatsstelling is het bestaan van een huurovereenkomst. Kern van het geschil tussen parti... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Rotterdam 8 januari 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:298

prof. mr. A.W. Jongbloed

Verzet ex artikel 29 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz). De rechtbank oordeelt dat de griffier terecht driemaal griffierecht in rekening heeft gebracht voor het faillissementsverzoekschrift ten aanzien van de vennootschap en haar twee vennoten, nu sprake is van drie afzonderlijke verzoeken. De rechtbank oordeelt hier anders dan de rechtbank Zeeland-West-Brabant ( ECLI:NL:RBZWB:2015:7347 ) en acht doorslaggevend dat in dit geval feitelijk sprake is van drie zelfstandige verzoeken 3.3. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 6 februari 2015 ( ECLI:NL:HR:2015:251 ) ... abonneren of dit artikel kopen.

Ktr. Arnhem 15 januari 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:190

prof. mr. A.W. Jongbloed

Transitievergoeding bij doorstartende werkgever na faillissement4.18. Ten aanzien van de transitievergoeding geldt dat art. 7:673 lid 4 BW ook onmiddellijke werking heeft en geldt voor alle arbeidsovereenkomsten die op 1 juli 2015 bestonden. Dat betekent dat in dit geval in beginsel dus ook een transitievergoeding verschuldigd is, nu sprake is van opvolgend werkgeverschap en de arbeidsovereenkomsten langer dan 24 maanden hebben geduurd. De maatstaf die art. 7:673 lid 4 BW voor opvolgend werkgeverschap beschrijft, is materieel niet anders dan de maatstaf van art. 7:668a lid 2 BW. abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Rotterdam 20 januari 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:443

prof. mr. A.W. Jongbloed

Nasleep faillissement ziekenhuis Ruwaard van Putten. Vraag of doorgestarte ziekenhuis goodwill vergoeding voor rekening moet nemen die failliet ziekenhuis aan medisch specialist verschuldigd was ontkennend beantwoord4.3. Het betoog van eiser faalt, reeds omdat van een voortzetting van de praktijk van eiser hoe dan ook geen sprake is geweest. De praktijk van eiser is geëindigd door de opzegging van de toelatingsovereenkomst. Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg heeft geoordeeld dat eiser in dit kader een goodwillvergoeding moet worden betaald. Het betreft een vordering die eiser op h... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Rotterdam 20 januari 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:610

prof. mr. A.W. Jongbloed

Vernietiging koopovereenkomst aandelen; actio Pauliana ex art. 42 Fw5.1. Deze zaak heeft een internationaal karakter. Daarom moet aandacht worden besteed aan de vragen of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en zo ja, welk recht moet worden toegepast. In het faillissement is louter een hoofdprocedure in Nederland geopend. De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht ter zake van de door de curator tegen Divine ingeroepen actio pauliana. Zulks is door Divine ook niet betwist. Ten aanzien van de tegen de in Nederland kantoorhoudende curator gerichte tegenvordering in reconventie hee... abonneren of dit artikel kopen.

Ktr. Noord-Nederland, zp Leeuwarden 27 januari 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:262

prof. mr. A.W. Jongbloed

Curator vordert in kort geding ontruiming van het gehuurde (kantoorruimte) wegens een huurachterstand van 13 maanden. De achterstand is door de huurder na sommatie deels en na uitbrengen van de dagvaarding algeheel voldaan. Verweer dat de huur pas hoefde te worden voldaan na ontvangst van een factuur wordt voorshands oordelend verworpen. De vordering tot ontruiming wordt toegewezen nu de huurder in ernstige mate tekort is geschoten, welke tekortkoming niet is weggenomen doordat de volledige huurachterstand thans is voldaan. abonneren of dit artikel kopen.

Vzr Overijssel, zp Zwolle 1 februari 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:305

prof. mr. A.W. Jongbloed

De curatoren van Etam vorderen staking van de executie van een vonnis van de kantonrechter van 22 december 2015, waarbij zij zijn veroordeeld tot ontruiming van een in Zwolle gelegen winkelpand. De voorzieningenrechter oordeelt dat van een kennelijke misslag geen sprake is en dat ook overigens niet is gebleken van omstandigheden die maken dat de verhuurder geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van haar bevoegdheid tot tenuitvoerlegging over te gaan. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de curatoren daarom af4.11. Anders dan de curatoren bet... abonneren of dit artikel kopen.

Rechtbank Overijssel, zp Almelo 10 februari 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:441

prof. mr. A.W. Jongbloed

Verzet ex artikel 10 Faillissementswet door curator slaagt. Geen kostenveroordeling bestuurder/aanvragerTer terechtzitting van 13 januari 2016 heeft de curator zijn bij de behandeling van 22 april 2015 ingenomen stellingen gehandhaafd. In aanvulling daarop is mr. Hoeksma van mening dat de antwoorden van de Hoge Raad van 18 december 2015 zijn stellingen onderschrijven. Mr. Hoeksma is dan ook – uit eigen hoofde – als belanghebbende in de zin van art. 10 lid 1 Faillissementswet aan te merken en om die reden kan hij verzet doen tegen de faillietverklaring. Het verzet dient nog steeds ... abonneren of dit artikel kopen.

Rb. Midden-Nederland 24 februari 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:954 (FNV/Smallsteps)

prof. mr. A.W. Jongbloed

De kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft besloten om een aantal prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie te stellen. Het gaat hierbij om vragen hoe de pre-pack rondom het faillissement van Estro Groep B.V. zich verhoudt tot Europese jurisprudentie en regelgeving.Op 5 juli 2014 is het faillissement uitgesproken van Estro Groep en haar dochterondernemingen. Estro Groep was het grootste kinderopvangbedrijf in Nederland met ongeveer 380 vestigingen en 3600 werknemers. Smallsteps B.V. heeft na het faillissement ongeveer 250 vestigingen en 2600 ... abonneren of dit artikel kopen.

Deel deze pagina:

Vorige edities

RSS